vrijdag 2 februari 2024

Poëtisch geheugen

RGB free, by Lusi
Logan Roy, een van de hoofdrolspelers in de HBO-serie Succession, is niet echt een man van de genuanceerde sentimenten. Als self made miljardair en mediatycoon is hij in een continue oorlog verwikkeld met de hele wereld in het algemeen en zijn drie jongste kinderen (de potentiële ‘successors’) in het bijzonder. 
  Die drie kinderen zijn stuk voor stuk cynische half-pyschopaatjes. Alleen de oudste zoon, Connor, lijkt een wat zachtere kant te hebben. Als de hele familie afreist naar het Schotse geboortehuis van Logan, waar hij een fucking gedenkplaat zal krijgen, probeert Connor zijn vader tot een sentimentele jeugdherinnering te verleiden:
 
Connor: ‘Tell us a story, from back in the day.’
Logan: ‘You wanna hear about the fucking Rosebud? Rosebud is a dollar bill. It’s whatever it took to get me the fuck out of here.’
 
Logan verwijst hiermee naar de film Citizen Kane, over een mediatycoon die op zijn sterfbed ‘Rosebud’ fluistert. Aan het einde van die film blijkt dat de naam te zijn van een houten speelgoedsleetje waar de achtjarige Kane mee speelde op de dag dat hij bij zijn ouders werd weggehaald en naar een kostschool werd gebracht. 
  Waar de speelgoedslee bij Kane symbool staat voor een verloren wereld van geborgenheid en warmte, staat de dollar bij Logan symbool voor een vlucht uit een disfunctionele gezinssituatie, naar een wereld waarin hij zelf aan de touwtjes trekt: de wereld van de deals en de dollars, de boardrooms en de winstpercentages. Aan het verleden wil Logan verder niet al te veel woorden meer vuil maken. Zijn dochter Shiv doet nog een poging;
 
  Shiv: ‘Don’t like the past too much, huh?’
  Logan: ‘It's just, there's so much of it. The future is real, but... the past, well it's... all made up.’
 
Logan heeft zijn wereld verkleint tot de volgende belangrijke deal. Het lijkt nog het meest op leven in het oerwoud, het is eten of gegeten worden. In zo’n omgeving is er maar weinig ruimte voor het activeren van het poëtisch geheugen, een term die Kundera gebruikt in De ondraaglijke lichtheid van het bestaan. Kundera beschrijft in die roman hoe het poëtisch geheugen van het personage Tomas op non-actief komt te staan. Tomas schrikt als een ex hem aan een onvergetelijke vrijpartij tijdens het onweer herinnert, terwijl hij dat hele onweer totaal vergeten is:
 
Zijn geheugen registreerde van zijn liefdesavonturen slechts het steile en smalle pad van de seksuele verovering […] Al het andere stootte zijn geheugen (bijna met een soort pedanterie) af. Hij was zelfs de plaats vergeten waar hij die vrouw voor het eerst had gezien, want dat ogenblik lag nog voor de eigenlijke seksuele aanval.
 
De manier waarop Tomas’ brein in die periode werkt, lijkt aardig overeen te komen met de manier waarop Logan graag in het leven staat. Verander ‘seksuele aanval’ in ‘zakelijke aanval’ en je hebt dezelfde state of mind: praktisch, gericht op de toekomst, als een roofdier die elke avond zijn eten moet verschalken om te overleven. Zo’n manier van leven heeft als voordeel dat er weinig ruimte is voor pijnlijke jeugdherinneringen of ander sentimenteel ongemak, maar het heeft ook zijn nadelen. Kundera beschrijft hoe de ervaring die Tomas compleet vergeten is, in het geheugen van de vrouw altijd voort is blijven leven:
 
Het meisje sprak over onweer, glimlachte dromerig en hij keek met verbijstering naar haar en schaamde zich haast: ze beleefde iets moois en hij deelde dat niet met haar. In die twee manieren waarop hun geheugen op het avondweer reageerde, lag het hele verschil besloten tussen liefde en niet-liefde.
 
Kundera concludeert:
 
In ons brein schijnt een bijzonder gebied te bestaan dat je het poëtisch geheugen zou kunnen noemen en dat registreert wat ons heeft betoverd, ontroerd, wat ons leven mooi heeft gemaakt […] Liefde begint op het moment dat een vrouw haar eerste woord grift in ons poëtisch geheugen. 
 
Het concept van poëtisch geheugen (PG) bevalt me wel. Het lijkt me een waarheid over de werking van het brein waar de hele romantische industrie omheen gebouwd is. Soms moet je het PG een beetje helpen: dan ga je in een sfeervol restaurant met je partner tussen een paar flakkerende kaarsen zitten en klik, de maaltijd krijgt een lading die het aan de keukentafel naast de piepende magnetron nooit gehad zou hebben. Een andere eigenschap van het PG lijkt me dat het met de jaren langzaam maar zeker uitdooft.   
  Gelukkig is er een medicijn tegen dat afkalvende poëtische geheugen en dat is de kunst. 
  Een roman of een gedicht, een mooie film of een sterk liedje kan je PG zomaar even een opdoffer geven. Een koning in dit genre is de Nederlandse Spinvis. Die maakt liedjes over het feit dat alles zo snel voorbijgaat en zorgt er zo voor dat alles nog wat langer beklijft.
  Al moet je daar natuurlijk wel een beetje open voor staan en zin in hebben. Zo niet, dan is dat wegebbende poëtisch geheugen alleen maar een zegen en mocht er toch een keer zo’n zeikliedje op de radio voorbijkomen, dan zeg je ‘fuck this shit’ en bel je snel een klootzak van een concurrerend mediabedrijf op om even lekker ruzie mee te maken.