dinsdag 27 februari 2024

De comeback: deel 5 - de eerste les

Maaike Roes blijkt aardig te kunnen tennissen. Onno Roes wil meteen zaken doen. Een berichtje van een oude vriend zet Menno aan het denken. 



Pexels
Als iemand die van een grote last bevrijd was rende ze achter mijn ballen aan. Na een minuut of tien was ze helemaal los, ze knalde een backhand langs de lijn die ik met een uiterste reddingspoging nog de lucht in kreeg. Ze stond trappelend te wachten tot de bal weer daalde, met snelle voetjes ramde ze de smash genadeloos in de hoek. 
  Als ik eerlijk was, had ik me in jaren niet zo levendig gevoeld. Toen we een pauze namen viel ze meteen weer terug in meisjesachtige schutterigheid. Ze friemelde wat aan de plooiband van haar rokje, veegde een lok achter een oor. 
  ‘Ik speelde ruk. Je liet me wat rally’s winnen, dat merkte ik wel hoor. Die hoge ballen op mijn backhand…’ 
  ‘Je speelde prima.’
   Ik liet mijn ogen over haar lichaam glijden. Haar benen waren te dun, haar buik moest strakker. 
  ‘Jij wilt dus de WTA bestormen.’
  Een blos schoot uit haar nek naar haar kruin. Haar ogen draaiden bijna uit hun kassen, haar handen wrongen zich in elkaar alsof ze een washandje stond uit te knijpen.
  ‘Oom Onno is een beetje apart,’ fluisterde ze. ‘Zeker sinds die verschrikkelijke toestand in de Arena. Ik vind het zo erg voor hem. Eigenlijk verbaasde het me niet eens. Hij is soms net zo’n keffend hondje dat niet beseft dat de herder hem in een hap kan doorslikken.’ 
 ‘Maar je wilt wel echt de tour op? Of doe je dit alleen maar om je oom een plezier te doen?’
  ‘Ik wil Wimbledon winnen.' Ze staarde naar de grond alsof ze aan me had opgebiecht dat ze ongewenst zwanger was. 
  ‘Dat is een mooie ambitie.’
  ‘Denkt u dat het mogelijk is?’
  ‘Waarom wil je Wimbledon winnen? Wat er is zo leuk aan tennis? Dat achterlijke balletje dat steeds weer terugkomt. Ik heb in een grand slam-finale gestaan. Kijk waar ik nu ben,’ ik wees om me heen naar de lege gravelbanen die in de zon lagen te bakken.
  ‘Ik wou dat ik net als jij gestudeerd had en aan een normale carrière was begonnen. Dan had ik nu een serieuze baan, in plaats van les te geven aan motorisch uitgedaagde zeehonden.’
  Ze schoot in de lach, even ontspande de trekken van haar magere gezicht. 
  ‘Ik hou van dat achterlijke balletje. Het houdt je nooit voor de gek.’
  Voor het eerst keek ze me recht aan, terwijl haar ogen zachter werden en haar gezicht een dromerige uitdrukking kreeg.
  ‘Ik hou van de lijnen. Die zijn overal hetzelfde, op elke baan. Als ik mijn voeten op de juiste plek neerzet en de bal op de juiste manier opgooi, kan ik met mijn ogen dicht serveren. Ik hou ervan om een bal precies goed te raken. Nou ja,’ haar ogen verhardden zich en meteen begon haar blik weer over de grond te zwerven, ‘dat dus. Ik hou ervan om te winnen.’ 
  ‘En als je over een jaar nog op Futures loopt te ploeteren?’
  ‘Dat gaat niet gebeuren. Ik ga Wimbledon halen.’
   Uit de richting van het clubhuis klonk het driftige getik van een kruk op de tegels tussen de banen.  
  ‘Alles goed?’ 
  ‘Ze kan leuk tennissen.’
  ‘Zestigduizend,’ hij duwde een vinger tegen mijn borst en staarde naar mijn adamsappel. ‘Zestigduizend voor het eerste jaar. En een deel van het prijzengeld. Toevallig weet ik dat je probleem met onze vriend in Ondiep dan meteen is opgelost. Geen jochies met petjes meer aan de deur die je tv mee willen nemen.’
  ‘En dat andere?’
  ‘Dat andere…’
  Roes sloeg een paar keer met zijn kruk tegen het bankje naast de baan. 
  ‘Dat andere hebben we het ook nog wel eens over. Als we onder elkaar zijn.’
  Hij knipoogde naar zijn nichtje. Die keek haar oom bezorgd aan, schopte op haar beurt met de onderkant van haar tennisschoen tegen het bankje.
  ‘Jullie moeten dit wel met papa bespreken.’
  ‘Komt goed, komt goed. Je bent nu een volwassen vrouw. Maar ik ga nog wel even om de tafel met mijn weledelgeleerde broer. Jij wordt de eerste Nederlandse vrouw die Wimbledon gaat winnen. Daar zet ik al mijn kennis en mijn contacten voor in. De eerste stap is een topcoach. Een topcoach die weet hoe het op het laatste moment fout kan gaan. Zodat het bij jou op het laatste moment goed zal gaan.’ 
  Maaike staarde naar de grond, wrong haar handen weer in elkaar.
  ‘U had die finale moeten winnen,’ fluisterde ze zonder me aan te kijken. ‘U was de betere tennisser.’
  ‘Dat is dan de eerste les,’ zei ik terwijl ik weer naar mijn fietssleuteltje begon te zoeken. ‘De betere tennisser wint niet altijd de wedstrijd.’
  
  Ik gooide mijn tennistas in de hoek en pakte een biertje uit de koelkast. Op de keukentafel blikkerde het lichtje van mijn mobiel. Een appje van mijn moeder, of ik de appelboom binnenkort kwam snoeien. En een berichtje van Michel van Dijk. Ik staarde naar de naam die ik zeker tien jaar niet meer gehoord had. 
  'Kom je ook naar de reünie bij Jan-Pieter? Zou leuk zijn elkaar weer eens te zien.'
  In mijn hoofd leefde Michel nog als een slungelige puber met pijpenkrullen. Het fotootje naast zijn naam liet zien dat er van die krullen weinig meer over was. Ik dacht aan het grote huis aan de Tiresiaslaan waar het altijd een gezellige teringbende was. Het leek erop dat het verleden zich steeds meer op begon te dringen. Misschien was het moment aangebroken om er voorgoed mee af te rekenen, zodat ik eindelijk aan de toekomst kon beginnen. 
  
Wordt vervolgd