Foto: flickr, by Paul H. |
Ballet en voetbal zijn twee zaken die in eerst instantie weinig met elkaar gemeen lijken te hebben. Bij het eerste denk je aan strakke maillots en zwierige huppelpasjes, bij het tweede aan stoere mannen en stevige tackles. Sinds enkele maanden lijkt er op de Nederlandse velden echter een voetballer rond te lopen die de barrières tussen deze twee disciplines wil slechten: Ola Toivonen toert rond met zijn eenakter ‘De Stervende Zweed’.
De Stervende Zwaan werd voor het eerst opgevoerd in 1907, het is een balletsolo die zo’n drie minuten duurt en door de choreograaf Michel Fokine voor ballerina Anna Pavlova geschreven werd. De balletvoorstelling van Ola Toivonen is waarschijnlijk van eigen makelij, hoewel we Fred Rutten als inspirator misschien niet uit mogen vlakken. Het eerste deel van het stuk bestaat uit een subtiele provocatie: Toivonen geeft iemand een duwtje, of hij gaat nonchalant op iemands voet staan. Voor deel twee heeft de Zweed een partner nodig: de ontvangende partij moet reageren met een verontwaardigd duwtje. Dit vormt de opmaat voor de grote finale: de lange Zweed gaat na het kleine zetje als een vaatdoek tegen de grond, eventueel nog gevolgd door handen voor de ogen of een extra rolletje in het gras.
Hoewel Toivonen een zeker talent voor drama niet ontzegd kan worden, vraag ik me toch af of we blij moeten zijn met deze voorstelling. Erg prettig ziet het er in ieder geval niet uit: zo’n stoere jongen die zich als een slappe vaatdoek tegen het gras laat vallen. Erg sportief is het ook niet: voetbal is een mannensport, geen competitie toneel spelen. Het beïnvloedt een wedstrijd bovendien vaak aanzienlijk, het kan zomaar iemands tweede gele kaart of zelfs direct rood opleveren. De acties op zichzelf zijn dus al vrij stuitend, maar nog vreemder is de reactie van de leiding: ‘dit gebeurt wel eens’, schijnt Rutten gezegd te hebben, Toivonen zelf omschreef zijn acties als ‘slim.’
Ik vraag me af hoe slim het is om op deze manier een kampioenschap binnen te willen halen, zelfs als PSV-supporter moet je, als je eerlijk bent, toch enigszins beschaamd zijn bij het zien van de beelden. Een kampioenschap moet je willen winnen met mooi spel, technisch spel, hard spel desnoods, maar toch zeker niet met een dramatische eenakter? Of zouden ze er bij PSV echt trots op zijn als een kampioenschap de geschiedenisboeken ingaat als het ‘kampioenschap van De Stervende Zweed’?