woensdag 21 september 2011

Business-menu

Foto: flickr, by roberttwain86
 De zomer van 2003 was een hete zomer waar ik weinig van mee heb gekregen. Ik zat in Heerenveen om mijn co-schap Interne Geneeskunde te lopen in het Tjongerschans-ziekenhuis. De laatste tijd komen er steeds meer berichten naar boven dat ze het geld daar zo ongeveer over de reling kieperen, maar daar merkte ik destijds weinig van. Had ik wat beter opgelet dan had ik misschien ook wel een gouden handdrukje van een paar tonnen kunnen versieren.
  In plaats daarvan viel ik goedmoedige Friezen lastig met infuusnaalden en reflexhamers. Als ik na een lange dag het ziekenhuis uitliep sloeg de hitte me in het gezicht.

  Ik kan me twee boeken herinneren die ik in die zomer las: 'de Asielzoeker' van Grunberg en 'Anatomie van het gevoel' van Alexander van Es.
  Anatomie van het gevoel is verplichte kost voor elke medisch student. Het is een serie columns die aanvankelijk gepubliceerd werden in Medisch Contact.
  Van Es, een pseudoniem, beschrijft in deze columns zijn eerste ervaringen als aankomend arts in het ziekenhuis. Hij doet dit op een open manier, met aandacht voor zijn emoties en die van de patient. Dit was iets dat eind jaren zeventig niet erg op prijs werd gesteld en de publicaties ontlokten een verhit debat. De aankomend arts werd aangeraden om met de opleiding te stoppen omdat hij te gevoelig was, hij zou uit de school klappen en op de toenmalige hoofdredacteur van Medisch Contact werd druk uitgeoefend om de serie te staken.
  Zelfs W.F. Hermans bemoeide zich met de zaak. Hij schreef een column waarin hij de spontaniteit en de levendigheid van de stukken van van Es aanprees.

  Vandaag ontmoette ik de man achter het pseudoniem. Het was op een symposium over literatuur en geneeskunde in het VUmc. 
  De man die geprezen was door W.F. Hermans vroeg waar ik zoal voor schreef. Ik mompelde wat en zei: 'maar u heeft ook wat geschreven: Anatomie van het gevoel.'
  'Zeg maar je', zei hij, 'en ik heb nog wel meer geschreven.'
  Samen constateerden we dat er sinds zijn veelbesproken columns niet echt veel veranderd is: 'de patient centraal' is een loze kreet geworden die weinig meer betekent, aldus de voormalig medisch dissident.
 
  Op het symposium droeg Ronald Giphart gedichten voor van Martin Bril. De gedichten werden er naar mijn mening niet echt sterker door.
 Op de terugweg, langs de Vrije Universiteit en de Zuid-as, zag ik studenten tennissen op een tennisveld zonder net. Ook zag ik midden tussen de grote gebouwen waar stoere zakenmannen belangrijke zaken doen, een restaurantje waar bovenaan de menukaart 'business-menu' op stond.
  Ik dacht aan zakenmannen die na een dag zaken doen naar het restaurant afzakken om daar het business-menu te bestellen.  En dan dat welverdiende business-menu oppeuzelen, met een flinke business-pils erbij.  Bril had zijn lol opgekund, als hij even door het raam had mogen loeren.