vrijdag 16 oktober 2015

Hip

Foto: Wikipedia
Het lijkt de laatste tijd een beetje hip te zijn om Matthijs van Nieuwkerk en De Wereld Draait Door te bashen. Dat irriteert me, aangezien ik al een hekel aan DWDD had voordat het hip werd om een hekel aan de DWDD te hebben.

  Laat ik daarom een lofzang aanheffen op Matthijs van Nieuwkerk. Want hoe irritant zijn programma ook is, van Nieuwkerk is natuurlijk wel een mediafenomeen.
   Wat is de grote kracht van van Nieuwkerk?
   Hij is een geweldige talkshowhost. Het lijkt me verkeerd om van Nieuwkerk te beschouwen als een interviewer of een journalist. Van Nieuwkerk is een gastheer in de traditie van Oprah Winfrey, je zou hem het neurotische, aan ADHD-lijdende broertje van deze grande dame van de talkshowbusiness kunnen noemen

  Net als Oprah Winfrey, houdt van Nieuwkerk in zijn televisiestudio hof. Hij verzamelt gasten om zich heen die hip zijn en stelt precies de goeie vragen om een uniek, soiree-achtig sfeertje te creëren.
  Het doet me denken aan het personage Hildebrand Slakhoorn uit het zesde Harry Potter-boek. Deze Slakhoorn organiseert een soort heerlijke avondjes waarvoor je alleen wordt uitgenodigd als je om de één of andere reden in hoog aanzien staat. Hierdoor wordt het een eer om bij Slakhoorn aan te schuiven en treedt er een soort ruilmechanisme op: je roem wordt groter als je een avondje van Slakhoorn bezoekt en Slakhoorns avondjes worden groter door alle populaire mensen die er komen.

   Het enige verschil met DWDD is dat de heerlijke avondjes gefilmd worden, waardoor je als kijker het gevoel krijgt ook een beetje tegen dit unieke gezelschap aan te schurken. Er hangt succes in de lucht bij DWDD en het is heerlijk om hier na een lange werkdag wat van mee te snuiven.
  De grote verdienste van van Nieuwkerk is dat hij meestal precies het juiste midden weet te houden tussen euforische zelf-felicitatie en oprechte jongensachtige nieuwsgierigheid.
  Zoals de laconieke zwarte-vrouwen-houding de pretenties van Oprah Winfrey prettig verdoezelt, zo verdoezelt de jongensachtige energie van van Nieuwkerk meestal het zelfbevlekkende aspect van DWDD. Meestal, want soms gaat het fout en dan valt de hele goegemeente dus over je heen.

  En dat vind ik flauw. Wel jarenlang lekker inhaken bij het zelfingenomen gebabbel van zo'n programma, om dan bij de eerste de beste tekenen van verval meteen de koning in de rug te steken.

  Het enige probleem wat ik met DWDD blijf houden, (afgezien natuurlijk van het feit dat ik zelf nooit eens wordt uitgenodigd om door Matthijs bewierookt te worden) is de rol die kunst erin speelt. Een zelf-feliciterende talkshow is prima, maar laat de kunst er dan lekker buiten. Net zoals Slakhoorn alleen maar mensen uitnodigt omdat ze op dat moment hip zijn, nodigt DWDD alleen maar schrijvers, muzikanten en wetenschappers uit omdat ze midden in de belangstelling staan. Dan degradeer je de kunst tot een middel voor je eigen zelfverheffing, in plaats van dat je het als doel op zich beschouwt en je je er werkelijk in verdiept. Het zomerinterview met van Nieuwkerk in HP/De Tijd over zijn muzieksmaak werpt licht op de zaak:

De eerste single die ik kocht was Rosetta van George Fame en Alan Price. Een ietwat zouteloos, zelfs een beetje onnozel hitje achteraf. Maar op de één of andere manier hadden de grote jongens in mijn voetbalelftal het erover. En ik wilde een grote jongen zijn, zo eenvoudig zat de wereld toen nog in elkaar.

Ik ben bang dat de wereld nog steeds zo in elkaar zit. Van Nieuwkerk nodigt kunstenaars uit waar de grote jongens naar luisteren, omdat hij zelf graag een grote jongen wil zijn. Dat hij die aandrang heeft weten om te bouwen tot één van de meest succesvolle televisieprogramma's van de laatste twintig jaar, mogen we best een bijzonder knappe prestatie noemen. Hij zou eens geïnterviewd moeten worden door Matthijs van Nieuwkerk, dat heeft hij echt verdiend.