(Ook te lezen op vi.nl)
Woensdag 15 september 2010, Bernabéu Stadion Madrid. Na vijf jaar afwezigheid is Ajax weer terug op het podium waar het vindt dat het eigenlijk elk jaar behoort te staan: de Champions League. Dit is het podium om op te schitteren, eindelijk mogen ze weer mee doen met de grote jongens. De hymne schalt door het stadion, de camera glijdt langs de gespannen gezichten van de spelers.
En nog voor de bal gerold heeft, heeft Ajax de wedstrijd al verloren.
Enoh komt in beeld, de beul van de Eredivisie, de Kameroenees die in Nederland in zijn eentje het hele middenveld van Ajax bestiert. En hij zwaait. Hij zwaait naar de camera als een puber op excursie met Havo Vier. Geen nonchalante zwaai, maar zo’n korte enthousiaste zwaai, waarbij de hand heel snel van links naar rechts en weer terug gaat. En hij lacht erbij, hij is vrolijk. Nu hebben er weliswaar vaker spelers gekke dingen gedaan als die camera langs hun hoofd gleed. Ik kan me van Frank de Boer een waarschijnlijk guitig bedoeld knipoogje herinneren dat deed denken aan een man die in een verkeerde auto ’s-nachts door donkere straten gleed op zoek naar wat vertier. Maar zwaaien! Kijk Mama, hier sta ik, heus, ik ben het , ik sta zelfs op het veld!
Vanaf dat moment was Ajax al reddeloos verloren. De rest was alleen nog maar afwikkeling. De Zeeuw die steeds te laat was. Van der Wiel die op een meter of vijf Ronaldo stond te dekken. Anita die als een kleine jongen aan de kant werd geschoven, als een kleuter die een beetje hinderlijk in de weg liep. Het zwaaien had bezit genomen van het hele elftal. Dit was geen wedstrijd meer, dit was een schoolreisje. Ik hoop dat Jol het zwaaien ook heeft gezien, en de beelden de komende twee weken voor elke training in de kleedkamer afdraait.
‘Kijk, en hier gaat die hand omhoog, toen konden we nog terug, Eyong. Je had er een woest gebaar mee kunnen maken, of even nonchalant mee over je gladde schedel kunnen wrijven. Maar je ging door, je zat in die beweging, en dan hier, je ogen beginnen te sprankelen, je glimlach breekt door en pats… wedstrijd verloren.’
Over twee weken hoop ik een Eyong Enoh te zien die het zwaaien voorgoed is afgeleerd. Een kille doodsdrift wil ik in die grote Afrikaanse ogen zien, met misschien een vleugje melancholie, bij voorbaat een klein beetje verdriet om al die domme voetballers die bij hem in de buurt zijn komen lopen en met hun onderbeen onder hun arm het veld weer zullen verlaten. Het wordt tijd dat Eyong Enoh niet slechts de beul van de eredivisie is, maar van heel Europa.
Alleen even dat zwaaien afleren, dan komt het wel weer goed met Ajax.