vrijdag 14 januari 2011

Eer

Foto: Flickr, by alisharusher
Het aardige van het boek van Kwame Anthony Appiah, 'The Honor Code. How Moral Revolutions Happen' , dat ik niet gelezen heb, ik las er alleen een recensie in de Volkskrant over, is denk ik de aandacht die erin geschonken wordt aan eergevoel als psychologische drijfveer. Als ik tijd heb ga ik het zeker lezen, omdat ik denk dat  het een idee bevestigt dat ik zelf ook al een tijdje heb: (gefnuikt) eergevoel is veel vaker een onderliggende oorzaak van allerlei maatschappelijke ellende dan we beseffen.
 Ik bedoel dan niet alleen 'eerwraak' en dergelijke, maar ook het gewone huis-tuin en keuken eergevoel waar we allemaal behoefte aan hebben, en dat tegenwoordig niet zo makkelijk meer te verkrijgen is. Vroeger was het simpeler: als je een respectabele baan had, en je droeg een hoed, dan werd je op straat gegroet en was je een heer. Een eervol bestaan was niet zo heel ver weg. Toen in de jaren zestig de brave burgerman echter ontmaskerd werd als een fantasieloze droogstoppel, een schertsfiguur die zichzelf ook nog eens zonder morren aan het eerste de beste fascistisch systeem uit zou leveren, ontstond er een probleem.
 Gewoon naar je werk gaan en brood op de plank brengen, was niet genoeg meer voor het respect van je medemens. Je moest iets van je leven gaan maken. Tegenwoordig moet je minstens Idols twee keer gewonnen hebben en wekelijks aan de tafel van De Wereld Draait Door zitten, wil je enig respect genieten.
 Dus zitten we met een situatie waarin vijfennegentig procent van de mensen alleen tevreden met zichzelf kan zijn als ze iets kunnen wat per definitie maar vijf procent van de mensen kan. Je moet speciaal zijn, maar bijna niemand is speciaal. Daar zit naar mijn idee de pijn van de HBO-opgeleide systeembeheerder die elke dag vroeg naar zijn werk rijdt om daar in de pauze op GeenStijl de reaguurder uit te hangen. Doet ie verdomme elke dag z'n stinkende best, krijgt ie er nog niets voor terug. Ja, een beetje geld misschien, maar daar doet een man het niet voor.
 De ontvangers van al die scheldpartijen zitten ondertussen in hetzelfde schuitje. Mannen willen eer, maar jongemannen barsten al helemaal uit hun voegen. De Marokkaantjes die over onze straten struinen zijn kleine testosteron-bommetjes op zoek naar één ding: een mogelijkheid om te laten zien dat ze iemand zijn. En wanneer de gangbare manieren voor die jongens geen opties zijn (je profileren op de voetbalclub, de waardering van een goede opleiding, rocken in het schoolbandje), dan zoeken ze het wel ergens anders. Dan overvallen ze de buurtsuper wel, om te laten zien dat ze geen mietjes zijn.
 Zorg dat alle mannen in een land met een enigszins redelijke inspanning hun eergevoel kunnen bevredigen, en wel zo dat de rest van het land er in ieder geval niet al te veel last van heeft, en we zullen heel wat problemen armer zijn. Dat is in ieder geval mijn idee, nu dat boek van Appiah nog lezen. Als hij me gelijk geeft laat ik het onmiddellijk weten, zo niet dan hoort u er waarschijnlijk nooit meer wat van.