Foto: flickr, by FaceMePLS |
'Heeft u voetbalplaatjes, meneer?'
'Jazeker, willen jullie die hebben?'
'Geef aan mij, aan mij!'
Ze verdringen zich voor mijn kostbare bezit.
'Wie van jullie weet de naam van onze minister-president?'
Tien paar grote ogen staren me aan.
'De wortel van 169 dan?'
Stilte. Ik schud mijn hoofd: 'Volgende keer beter jongens!'
Ik loop door de elektrische deuren. Op de parkeerplaats tik ik tegen het raam, de jongetjes draaien zich om. Voor hun open monden haal ik de plaatjes tevoorschijn en scheur ze achter elkaar door midden. Ik maak een lange neus en stap op mijn fiets. Als ik thuis de boodschappen uitpak, zijn de lachrimpeltjes naast mijn ogen nog steeds niet verdwenen.