Foto: flickr, by screenweek |
Deze week merkte hij fijntjes op dat films niet voor niets 'movies' heten: ze bestaan bij de gratie van beweging. Een opmerking met een Cruijffiaanse scherpzinnigheid, en ik ben deze wijsheid meteen aan de werkelijkheid gaan toetsen. Omdat ik over het algemeen zo'n vijf jaar achterloop (ik moet toch eens gaan informeren waar je zo'n ei-pot kunt kopen) zag ik gisteren de topfilm uit 2007 'There Will be Blood.'
En inderdaad: de openingsscene bestaat uit een man die een ladder afdaalt, een ladder weer opklimt, dynamiet aansteekt, naar beneden valt. Al die tijd wordt er niet gesproken, de camera draait mee met de man, de donkere schacht in, weer omhoog naar het zonlicht, de ladder weer af naar beneden: Movies!
Het is een fantastische scene, van een verder ook geweldige film. Naast beweging lijkt Paul Thomas Anderson een regisseur te zijn die nog iets goed in de gaten heeft: films draaien om acteurs. Zelden heb ik zo zitten genieten van acteerwerk als van Daniel Day-Lewis in deze film. Er zit een scene in waarin hij zich moet laten dopen door een priester waar hij een gloeiende hekel aan heeft, maar als hij het niet doet krijgt hij geen vergunning om een pijpleiding door een stuk grond te trekken. De priester heeft nog een appeltje met hem te schillen en grijpt de situatie aan om hem wat stevige tikken voor zijn smoel te verkopen. Het gezicht van Day-Lewis dat van triomf naar vernedering, van ironie naar haat en ten slotte berusting verandert is de Champions League van acteren.