Foto: flickr, by FaceMePLS |
Er is maar één probleem: Jan-Joost is niet een van de jongens. Jan-Joost denkt dat hij één van de jongens is, maar de jongens lachen Jan-Joost achter zijn rug om uit. Het haar van Jan-Joost zit net iets te goed, hij babbelt net iets te makkelijk, zijn jasje is net iets te mooi, zijn houding net iets te vriendelijk, zijn ogen staan net iets te vrolijk. Om samen te vatten: Jan-Joost is geen voetbal, Jan-Joost is hockey. Voetballers zijn broodje bal, top veertig, opgevoerde Golf. Jan-Joost is broodje kaas met ei, wereldmuziek en een Volvo. Diep vanbinnen voelt Jan-Joost dit misschien wel aan, daarom gaat hij overcompenseren. Na een interview met een voetballer zegt hij bijvoorbeeld vaak: 'bedankt man.'
'Bedankt mattie', zou hij eigenlijk willen zeggen, maar dat durft hij nog niet.
Ik denk dat Jan-Joost vroeger zo'n jochie was dat er altijd ontzettend veel zin in had, maar helaas voor geen meter kon voetballen. Zo'n jongetje wat de hele wedstrijd over het veld loopt te rennen maar altijd net te laat is. Zo'n jongetje dat de tegenstander sportief een hand geeft als je met 6-1 verloren hebt, en in de kleedkamer de wedstrijd alweer vergeten is. Onvergetelijk was het hoofd van Frank de Boer nadat hij gisteren door Jan-Joost na de wedstrijd werd geinterviewd.
'Kijk eens achter je', zei Jan-Joost tegen de winnaar van de Champions League, alsof hij een hele toffe verrassing voor Frankie had. De Boer draaide zich om, daar stond Derk Boerrichter.
'Dat is Derk Boerrigter', glunderde Jan-Joost. 'Wat kan mij dat verrotten', zag je de Boer denken, maar hij hing braaf een verhaaltje over Derk Boerrigter op. Jan-Joost tevreden, de Boer kon vertrekken. De halve seconde waarin je nog net kon zien wat voor kop de Boer trok toen hij eindelijk van Jan-Joost was verlost, het maakte mijn hele avond weer goed.