Foto: flickr, by Guille.17 |
In dit boekje vertellen ruim honderd Nederlandse schrijvers welk muziekalbum zij naar een onbewoond eiland mee zouden nemen. Schrijvers die over muziek schrijven gaan vaak behoorlijk los (je hebt het sterke vermoeden dat een niet gering aantal veel liever met een gitaar op het podium had gestaan in plaats van met een bleek gezicht boven dat toetsenbord te hangen, maar ja, maatgevoel en podiumvrees stonden in de weg) en dat is in dit boekje niet anders.
In de inleiding merkt Zwagerman op dat veel schrijvers hun 'initiatie-album' mee naar dat eiland willen nemen. Wat is een initiatie-album? Een initiatie-album is het album dat je hoort in de 'ontvankelijke leeftijd' (grofweg tussen je vijftiende en vijfentwintigste) en dat je met een schok doet ontwaken uit je veilige kinderbestaan. Het initiatie-album is een soort openbaring: 'de soundtrack van het afscheid van het hoogsteigen sprookjeswonderland en een entree in de wereld, onttoverd of juist magisch.' (Citaat Zwagerman)
Twee schrijvers (Martin Bril en Saskia de Coster) kozen een plaat die ik zelf als 'initierend' aan zou wijzen: Nevermind van Nirvana. Voor Bril lijkt Nevermind me trouwens niet een plaat te zijn die zijn 'ontwaken' begeleidde, hij was tegen de tijd dat Nevermind uitkwam in de dertig. Wat me bij het volgende punt brengt: Nevermind mag dan wel mijn 'initiatie-album' zijn, maar zou ik hem ook meenemen naar dat eiland?
Ik moet er niet aan denken.
Als je vast zit op een eiland, en je mag één album continu draaien, kies je dan voor de soundtrack van je pubertijd? Steeds opnieuw die schok der herkenning beleven, dat gevoel het paradijs uitgeschopt te worden en met een klap in de echte wereld belanden, waar alles pijn doet? Liever niet.
Ik zou mooi een album meenemen waar je je behaaglijk in kan nestelen, een rijk album vol schakeringen, waarin niet alleen lucht gegeven wordt aan 'teenage angst', maar aan het hele palet van emoties: liefde, verdriet, eenzaamheid, saamhorigheid.
Het album dat ik meeneem moet als een schilderij zijn waar je nooit op uitgekeken raakt, een film die je honderd keer kan zien.
Ik schuif het rijkste album van de meest talentvolle popartiest van de twintigste eeuw in mijn tas: Blood on the Tracks van Bob Dylan. En dan maar hopen dat ze me een beetje met rust laten op mijn eiland.