donderdag 7 juli 2011

Het zwijgen van Dennis Bergkamp

Foto: flickr, by cheetah 100
(Lezerscolumn voor VI)

‘Ik was vroeger al fan van Bergkamp’, verkondigt Siem de Jong op de website van Ajax. Ook de nieuwe aanwinst Sigthórsson toonde zich blij met de nieuwe assistent-trainer: de IJslander noemde het niet minder dan een droom dat hij met de oud-spits mag gaan werken. Ik hoop maar dat de Jong en Sigthórsson het filmpje hebben gezien dat ik twee jaar geleden zag. Bergkamp liep toen stage bij Ajax en was samen met Marco van Basten in beeld, ze stonden aan de rand van het trainingsveld. Ik zou willen dat ik er meer over kon zeggen, maar ik vrees dat het precies dat was: ze stonden op een veld. Er renden wat spelers voorbij, misschien was er een partijtje gaande. Van Basten tuurde naar iets dat heel erg ver in de verte lag, Bergkamp had zijn handen in zijn zakken en klooide wat met een bal. Ze spraken niet met elkaar, ze keken niet naar de spelers.

Twee van de beste spitsen die Nederland ooit heeft gehad, maar op het trainingsveld vielen ze vooral op door een totale onthechting. Het is het wezen van de spits: de spits is alleen en scoort alleen. Zelden worden spitsen grote trainers: ze begrijpen niet waarom die andere voetballers zo moeilijk doen. Je moet de bal gewoon in dat doel schieten, wat valt daar nou niet aan te begrijpen? Bikkelende middenvelders, zwoegende voorstoppers, daar groeien trainers uit. Spitsen staren naar de lucht, net als een roofdier doen ze de helft van de tijd helemaal niets.

Het verbaast me dan ook niets dat Van Basten als trainer nooit echt helemaal uit de verf heeft willen komen, hij had beter zenboeddhisme kunnen gaan onderwijzen. En die jonge jochies die denken dat ze veel van Dennis Bergkamp gaan leren? ‘Een stapje naar voren of opzij, dat kan net het verschil maken’. Zo verklaarde de Boer de komst van Bergkamp op de bank. Dat kan wel zijn, maar denkt hij echt dat Bergkamp dat uit gaat leggen aan Eyong Enoh? Dat hij niet als een dolle dwaas in moet stappen maar beter een pasje opzij kan doen? Ik vrees dat Bergkamp kijkt, en zwijgt. Willen de spelers van Ajax echt iets leren, dan zullen ze hem tien uur per dag moeten gaan schaduwen. Ze zullen naast hem moeten lopen als hij het trainingsveld op loopt en toe moeten kijken hoe hij zijn cornflakes naar binnen lepelt. En misschien, als ze er net op het juiste moment zijn, zullen ze de wijze raad van de meester opvangen, uitgemompeld op het moment dat Eyong Enoh eerst zijn melk in het kommetje doet en dan pas de cornflakes: ‘Weet je, je moet niet zo moeilijk doen.’

Slechts weinigen zullen het begrijpen, alleen Eriksen zal glimlachen. Die heeft het allang in de gaten.