Foto: flickr, by cammaart |
In de achttiende eeuw sprak Kant in zijn essay ‘Beantwortung der Frage: was ist aufklärung’ de hoop uit dat de mens op eigen kracht na zou leren denken. In de jaren zestig van de vorige eeuw herhaalde George Harisson de boodschap als volgt: ‘Think for yourself’ (because I won’t be there for you). Zowel de hoop van Kant als de boodschap van Harisson zijn ijdel gebleken. Hoewel de jaren zestig aanvankelijk een startsein leken voor een nieuwe zwengel aan het verlichtingsproces, een nieuwe stimulans voor het zelfstandig denken, is het achteraf gezien het begin geweest voor een debilisering die nu pas zijn eindpunt lijkt te naderen. Het individualisme van de jaren zestig heeft niet geleid tot zelfstandig denkende burgers, maar tot makke schapen die alleen nog hun eigen stompzinnigheid wensen te zien. De laatste fase van dit verdommingsproces begon met het wezenloze gehang in een huis vol camera’s en is geëindigd met de handtekening van Halbe Zijlstra.
Met ‘Ruudje’ van Big Brother maakte Nederland voor het eerst kennis met een nieuw type held: de absolute nietsnut. Met een beetje wil kon je Ruud een sympathieke nietsnut noemen, maar toch, het was een nietsnut. Dit type held kwam niet uit de lucht vallen: al sinds de jaren zestig is er een beweging merkbaar waaruit een wantrouwen van kennis en kunde blijkt. De universiteiten werden bestormd en de stoffige hoogleraren verjaagd. De zesjescultuur begon zijn opmars, kennis vergaren werd ouderwets, je eigen ding doen werd het hoogste goed. Die boodschap viel in vruchtbare aarde. Inmiddels is de gemiddelde burger een anti-intellectueel wiens helden zijn spiegelbeeld in extremis zijn: hoe dommer hoe beter. Alleen zo is de populariteit van de Tokkies, Ruudje en de jongens van Maaskantje te verklaren. Stompzinnigheid is op het voetstuk geheven waar kunde en kennis vanaf zijn geschopt.
Met de ‘reality tv’ en de nieuwe helden leek de revolutie in stompzinnigheid bijna tot haar logisch einde gebracht. Er restte nog een stap, een laatste obstakel voordat de massamens zich definitief zonder inmenging van buitenaf aan zijn eigen onvermogen tot nadenken over kon geven. Die vermaledijde kunstenaars moesten definitief de nek worden omgedraaid. Om te kunnen genieten van kunst is vorming nodig, intelligentie en onderwijs. Kunst opent werelden van verbeeldingskracht en verbreedt het perspectief. Dat is niet meer waar we op zitten te wachten, het wekt de vage irritatie op ergens tekort te schieten. De kunstenaars van nu zijn zoemende muggen rond tevreden burgers die op de bank mee zitten te lachen omdat de deelnemers van ‘Ik hou van Holland’ het woord ‘efficiëntie’ niet kunnen spellen.
Maar gelukkig was daar Halbe Zijlstra om de genadeklap uit te delen. Met de handtekening van Zijlstra onder de bezuinigingsplannen op cultuur kunnen de paar overgebleven stoffige intellectuelen eindelijk naar het net stappen om de boerende jongens aan de overkant sportief een hand te geven. De Tokkies hebben de wedstrijd overtuigend gewonnen.