maandag 12 december 2011

Vergezochte gekkigheid

Foto: flickr, by givingnot@rocketmail.com
Bonita Avenue van Peter Buwalda. Ruim een jaar heb ik deze pil van meer dan vijfhonderd bladzijden kunnen ontwijken, maar deze week ben ik toch voor de bijl gegaan. Het is een boek dat in de markt werd gezet als een meesterwerk, het voelt als een meesterwerk, Matthijs van Nieuwkerk noemde het een meesterwerk, en, is het een meesterwerk? Niet naar mijn bescheiden mening.
 
  Om te beginnen de stijl. Daar werd in heel wat recensies nogal juicherig over gedaan, ik citeer: 'overdonderend mooie taal' (Academica Debutanten Prijs), 'stilistische hoogvliegerij' (de Volkskrant), 'prachtige swingende stijl' (Tzum), 'verbluffend stilist' (Standaard der Letteren).
  Wat is er mis met de mensen die die recensies schrijven? Misschien zijn het professionals die zo doodgegooid zijn met doorwrochte literatuur dat ze niet weten wat hun overkomt als ze een lekkere vlotte good-read in handen krijgen, want dat is precies de stijl van Bonita Avenue. Het is de stijl van de betere Amerikaanse thriller, soepele zinnen, vlotte toon, tikje megalomaan. 'Detective John Cain gooide met een breed armgebaar de vergeelde kranten die zich wekenlang op zijn antieke bureau hadden opgehoopt in de hoek. Het was tijd om schoon schip te maken', dat toontje ongeveer. Niets mis mee verder, maar om dat nou 'stilistische hoogvliegerij' te noemen.
 
  Verreweg het sterkste aan deze pil is het plot. Het is de reden dat ik in ieder geval door bleef lezen: er gebeurt een hoop, het wordt gekker en gekker en je wilt dan toch weten hoe het afloopt. Nadeel van zo'n plot-driven aanpak is dat dit vaak ten koste gaat van de personages. Het vergt veel kunst en vliegwerk om de personages van het ene drama naar het andere te loodsen, en dat is dan ook precies waar het mis gaat.
 
  Het kwam meerdere keren voor dat ik zat te lezen wat een of ander figuur nu weer aan het uithalen was en bij mezelf dacht: 'jongen toch, is dat nu echt het slimste wat je kunt doen?' Naakt tussen een stel coniferen hurken, bijvoorbeeld, nadat je net in blinde paniek door een glazen pui bent gesprongen omdat je stiefdochter je betrapte met een slipje van haar aan je kont, dat je om niet helemaal heldere redenen hebt aangetrokken nadat je duistere vermoeden bevestigd werd, namelijk dat ze met haar vriend op zolder een porno-handeltje drijft? Om dan vervolgens naar een balkonnetje te klauteren waar je de glasscherven uit je voetzolen gaat peuteren? Dit is slechts een voorbeeld van meerdere situaties waarin personages op behoorlijk overspannen wijze op allerlei gekkigheid reageren, zonder dat daar echt een goede reden voor lijkt te zijn.
  Het boek maakt daardoor nogal een gezochte indruk: de personages lijken niet uit innerlijke drijfveren te handelen, ze lijken te handelen omdat er weer een of andere vergezochte plotwending plaats moet vinden.
  En dan is er nog de seks. Met al z'n trompetgeschetter lijkt dit een behoorlijk baanbrekend boek te zijn, maar als je het afbreekt tot de kern komt er een behoorlijk conservatieve moraal tevoorschijn.
 Komisch hoogtepunt, waarvan ik sterk het idee heb dat het een dramatisch hoogtepunt moet zijn, is het moment waarop de man die later naakt tussen de coniferen gaat hurken de gewraakte zolder van zijn stiefdochter ontdekt:
 'De tranen schieten hem in de ogen. Dildo's. Hij kan het woord denken, dat gaat nog, maar hij zal het nooit kunnen uitspreken.' (p. 311)
   We schrijven in de roman dan inmiddels het jaar 2000, zo'n dertig jaar nadat Wolkers, Reve en nog een stel schrijvers de seksualiteit aardig de burgerlijke middenklasse in schenen te hebben geschreven.       
  Bonita Avenue werd ergens een scherpe schets van het verval van de zeden rond het jaar 2000 genoemd. Volgens mij bewijst het juist dat de zeden weer helemaal terug zijn van weggeweest.