foto: flickr, by OiMax |
In Zutphen moest ik de bus hebben. Dit bleek een buurtbus te zijn die bestuurd werd door een man die er duidelijk geen moeite mee zou hebben als de pensioengerechtigde leeftijd een jaartje omhoog gaat, aangezien hij die zeker al een jaartje of tien voorbij was geknald. Naast mij zat een vrouw in de bus, de man en de vrouw wekten de indruk dat ze elkaar kenden. Omdat ik niet met mijn ov-chipkaart kon betalen en niet kon pinnen diepte ik iets uit de vorige eeuw tevoorschijn: metalen muntjes.
Ik kwam net aan één euro tachtig. Toen ik zat zei de bejaarde chauffeur: 'denken we aan de gordel?'
Nadat ik vijf minuten met het bejaarde duo door Zutphen had gereden had ik het gevoel dat ik nooit meer iets anders zou doen.
Uiteindelijk kwam er toch een einde aan, en kon ik op mijn plaats van bestemming een interview doen. Helaas had ik voor de terugweg geen geld meer en kon ik nergens pinnen. Wel was er een winkeltje waar ik iets kon kopen. Ik kocht een stukje cake om bij te pinnen. Toen ik het buiten opat zei een vrouw: 'dat had je zeker wel verdiend.'
Daarna stapte ik in een bus die eerst een half uur door Warnsveld reed. Warnsveld was uitgestorven, niemand stapte in en hoewel Warnsveld me geen drukke verkeersader leek had er iemand zijn project van gemaakt om minstens twintig rotondes in Warnsveld aan te leggen. Helemaal op het einde stapte er toch iemand in, een meisje dat geen geld bij zich had. 'Stap maar in', zei de chauffeur en hij spoedde zich naar de eenentwintigste rotonde. In Den Bosch stonden voor het station mensen tegen elkaar te schreeuwen. Het voelde als thuiskomen.