Foto: flickr, by dboy |
Maar men heeft geen boodschap aan dit soort kritische kanttekeningen. Men zwelgt liever in pathetische verhalen over de gewone burgerman die elke dag met zijn Feyenoord-broodtrommel naar zijn werk gaat, en die nu eindelijk met de borst vooruit zijn collega's onder ogen durft te komen.
Het is een oubollige romantiek van vijftig jaar geleden, toen mannen met hoeden elkaar na de wedstrijd sportief een hand gaven en spraken van een 'jofele pot'. Dat was vroeger, en gezellig is het allang niet meer. Kijk naar de van haat vertrokken gezichten van de Feyenoord-supporters, zie de opgestoken vingers en de klodders spuug die naar beneden vliegen. Dit heeft niets met die 'prachtige emotie' te maken waar kitscherige verslaggevers zo dol op zijn, dit is pure, onversneden haat en rancune.
Eerlijk is eerlijk: het is deels de televisie die het vuurtje nog eens opstookt. Elke bal waar tegenaan geschopt wordt, elk lullig bekerwedstrijdje staat 'bol van de spanning', is 'omgeven met emoties' en is 'de wedstrijd van het jaar.' Mensen zijn nu eenmaal gek op zichzelf, en dan nog het meest op hun zwakste kant: hun gevoelens die als emotionele diarree naar buiten spuiten, waarna de televisie zo vriendelijk is het in hun eigen gezicht terug te slingeren zodat ze zich er ongeremd in kunnen wentelen, als een puber in zijn zelfgemaakte pathetische poëzie.
Als er in de tuin van Martin Sturkenboom, de ad-interim directeur bij Ajax, zulke 'echte' supporters met al hun 'prachtige emoties' een dreigende houding aan staan te nemen dan wordt er nog wel even een strenge moraliserende toon aangeslagen, net als wanneer er politiemensen met getrokken pistolen bij de Kuip en de Galgenwaard staan. Als er bij Ajax een gek het veld op rent wordt er even vergoelijkend gesproken over een 'onverlaat', om dan snel weer te onder tafel te vallen van het lachen als Willem van Hanegem verklaart dat hij spelers van Ajax het liefst voor de zekerheid twee keer doodschopte.
Ik vind het best, die verheerlijking van onze apengenen, maar later we er dan tenminste eerlijk over zijn. Geen gelul meer over romantiek en echte clubjongens, laten we eerlijk benoemen wat we zien als een Ajacied in de Kuip een corner moet nemen. Laten we inzoomen op het gezicht van die man die op de tweede rij zit en laten we rustig constateren wat we zien: een aap, een aap die in een vlaag van zinderende bloeddorst euforisch het vlees van de beenderen van de aap van de andere stam af wil scheuren. En dan mag Jan Joost van Gangelen in de rust verklaren dat hij het schitterend vindt.