Foto: flickr, by Thowra_uk |
Drie toernooien op rij, dat is gewoon knap. Ze kunnen gewoon heel goed voetballen die Spaanse mannetjes, maar toch. Er knaagt iets aan me, het drijft me naar youtube.
Ik bekijk beelden van het Nederlands Elftal van twintig jaar geleden. Het ek in Zweden. Ik kijk naar Ruud Gullit en ik weet meteen wat er aan me knaagt. Ruud Gullit was een voetballer. Hij speelde rechtsbuiten en als hij aanzette, dan zette hij aan.
Dan passte hij die bal een paar meter voor zich uit, en dan rende hij erachteraan, zijn armen zwaaiden, zijn zwarte haart danste in de wind.
Een Duitse verdediger zette een sliding in, die zette hij al meters van te voren in, je zag het aankomen, dat Duitse been dat naar de bal toe gleed en Gullit die met de punt van zijn voet de bal er net overheen wipte, hij sprong over dat been en daar kwam alweer een volgende verdediger aan glijden, ook die ontweek hij, hij vloog en richtte die machtige kop op en dan verstuurde hij een pass, een crosspass, zo'n fijne, lange bal met effect die eeuwig onderweg leek en dan precies op het hoofd van de aanstormende Bergkamp plofte, of er net langs vloog, zodat je voor niets was opgesprongen van de bank, je mocht opblijven en staarde met een verhitte kop naar de televisie waar helden met heldendaden bezig waren, je vergat zelfs van je cola te drinken.
Twintig jaar later drink je bier, en helden heb je allang niet meer. Je kijkt naar voetbal dat knap is, echt, het is heel knap. Het is technisch perfect, de bal gaat razendsnel rond, de voetballers lijken wel machientjes, zo knap houden ze die bal onder controle. Heel knap, en toch.. Het kan niet alleen maar de leeftijd zijn, dat alles vroeger beter was. Er zit iets in een rush, een uitgestoken been, wapperende haren en een krom wegdraaiende voorzet, iets heroïsch, iets dat met dat moderne tikkie-takkie, echt heel knap enzo, helaas toch voorgoed verloren lijkt te gaan.