Foto: flickr, by brum d |
We keken naar links, geen brug. We keken naar rechts, geen brug. Twee mannen met ontbloot bovenlijf waren iets met een bootje aan het doen.
'We moeten naar de overkant', wezen we. 'Dan moet je naar Well', antwoorden de mannen, 'en daar de pont nemen. Je kan over de dijk fietsten, maar dan fiets je wel tussen de schapen.'
Het fietspad was inderdaad bezaaid met schapen, het deed me vagelijk denken aan het Oud-Testamentisch paradijs. De pont was blauw met geel en hij zette er een flink tempo in. We stalden onze fietsen naast een bordje met 'stal uw fietsen hier'. Langzaam verzamelde zich een rij auto's naast ons. We staarden naar de pont die aan de overkant op het punt stond te keren, een tractor beladen met hooi moest nog ingeladen worden.
Gretig fietsten we de pont op toen hij aan onze kant zijn klep had laten zakken en er aan de andere kant weer af. Het voelde als een overwinning: de Maas had ons er niet onder gekregen.