Gisteren zaten Jeroen Pauw en Johan Derksen de rellende voetbalsupporters door te nemen. Wat opviel, was dat ze het consequent over 'die mensen' hadden. 'Die mensen' zijn niet in orde, aan 'die mensen' zit een steekje los. Vreemd is dat toch. Hadden deze twee mannen naar rellende vrouwen gekeken, hadden ze het ongetwijfeld over 'die vrouwen' gehad, waren het types met een kleurtje geweest, hadden ze het over 'die Marokkanen' gehad. Maar dit was dus blijkbaar de vaagste groep die er bestaat: 'mensen'.
Waarom hoor je nooit iemand zeggen: 'Hou toch eens op met die voetbalwedstrijden, daar komen toch alleen maar van die rellende blanke mannen op af'.
Het is het privilege van de groep die zichzelf tot norm heeft verheven: zelf op elk subgroepje een label kunnen plakken, om het zo weg te kunnen zetten, maar zelf boven de partijen kunnen blijven staan: ze vormen zelf geen groep.
Die Derksen maakt trouwens dezelfde beweging die je wel meer babybooomers ziet maken: in de Volkskrant roept hij vandaag op tot meer fatsoen. In een interview heb ik diezelfde Derksen echter ook eens hartgrondig af zien geven op zijn vader: 'die man leefde alleen maar voor de buren.'
Hetzelfde zie je bij Freek de Jonge: die begon in zijn laatste show ineens te verkondigen dat het vroeger zoveel 'gemoedelijker' was, en hoe prettig dat toch was. Het moet toch niet gekker worden: in de jaren zestig hebben die boomers alle heilige huisje persoonlijk de grond ingeschopt, maar nu willen ze ineens meer fatsoen en gemoedelijkheid.
Als Freek de Jonge zich afvraagt waar die gemoedelijkheid toch is gebleven, kan ik hem aanraden eens een videoband van zichzelf uit de jaren zeventig te bekijken. Dan kan je zien waar die gemoedelijkheid gebleven is.
De boomers zijn wat dat betreft de 'blanke man' der generaties: ze hebben zichzelf tot norm verheven. In de jaren zestig hadden ze behoefte aan meer vrijheid, en was de samenleving te star en oubollig, nu hebben ze behoefte aan rust en is de samenleving te onfatsoenlijk.
Ik ben benieuwd wanneer ze weer eens met z'n allen op de Dam gaan zitten.