vrijdag 8 april 2011

Oorlog

Foto: flickr, by Christiaan Tonnis
Gisteren heb ik voor zeven euro een boekje gekocht dat door veel mensen beschouwd wordt als het grootste filosofische werk van de twintigste eeuw: de Tractatus Logico-Philosophicus van Wittgenstein.
  Het werk opent met stelling 1: The world is all that is the case en eindigt met stelling 7: What we can not speak about we must pass over in silence. Hiertussen probeert Wittgenstein een antwoord te formuleren op grote filosofische problemen als kenleer, ethiek en 'het mythische'. In zijn inleiding beweert Wittgenstein dat hij (1) definitieve antwoorden op veel filosofische problemen heeft geformuleerd en (2) heeft aangetoond hoe weinig er eigenlijk bereikt is als deze antwoorden gevonden zijn.
  'Je kan beter poëzie gaan lezen', schijnt Wittgenstein zijn studenten gezegd te hebben, 'daar leer je meer van dan van filosofie.'

  Nadat hij naar eigen zeggen alle filosofische problemen had opgelost ging hij lesgeven op een basisschooltje, alwaar hij de kinderen hogere wiskunde probeerde bij te brengen. Op een gegeven moment kwam hij echter tot de conclusie dat hij alle problemen misschien toch niet helemaal had opgelost en schreef hij zijn tweede grote werk, voor een groot deel een aanval en commentaar op het eerste. Niet alleen voetbal is oorlog, filosofie is het ook. En als er geen waardige tegenstanders te vinden zijn, dan verklaart de filosoof gewoon de oorlog aan zichzelf.