Foto: flickr, by Will Foster |
'Al die jankende wijven', verzucht de aankomend professor, 'ze gaan toch op je zenuwen werken.'
Vele vrouwen hebben we gedurende de dag langs zien komen. Na het invullen van een vragenlijst worden ze onder de scanner gelegd, waarna ze in het apparaat eerst neutrale plaatjes te zien krijgen. Na een serie met daarin een boom, een huis en een koe, komt er plotseling een plaatje van hun ex-geliefde tevoorschijn. Onderkaak wijst op dat soort momenten verheugd naar zijn computerscherm:
'Kijk, de amygdala, en hier, de pre-frontaalcortex. We zijn de emoties nu echt op het spoor', verklaart de onderzoeksleider als de laatste vrouw jankend de ruimte weer heeft verlaten. 'Nog even en we weten precies hoe het zit.'
We willen ons al klaar maken om naar huis te gaan, als er op de deur wordt geklopt. Een lange vrouw met golvend kastanjebruin haar vraagt of het onderzoek al is afgelopen. Onderkaak lijkt even te twijfelen, maar gebaart dan dat ze kan gaan zitten. Tijdens het invullen van de vragenlijst gebeurt er iets vreemds: de aankomend professor maakt meerdere keren oogcontact met de zelfverzekerde dame, iets waar hij zelf nog het meest van lijkt te schrikken.
'In de scanner dan maar', mompelt hij terwijl hij zich al achter zijn computer heeft geinstalleerd. Tijdens het scannen lijkt de vrouw niet erg onder de indruk te zijn van het plaatje van de man waar ze vijf jaar van haar leven mee heeft doorgebracht. Glimlachend komt ze weer onder het apparaat vandaan, een schril contrast met al haar huilende voorgangsters.
'Gaan jullie maar naar huis', zegt Onderkaak tegen ons, 'ik wil deze mevrouw nog even wat extra vragen stellen.'
We laten de aankomend professor in een lichte staat van verwarring achter en gaan op zoek naar een bushalte.
(to be continued..)