Foto: flickr, by The Bode |
Dat laatste is de derde zin uit Het leven is Vurrukkuluk van Remco Campert over drie jongeren die een zomerdag in het Vondelpark rondhangen, praten, vrijen, drinken, praten en drinken. En feest vieren, natuurlijk, want dat ben je als jongere verplicht.
Het trio van Campert is een archetype: je ziet ze in de zomer overal opduiken. De vlotte jongen met de babbel, het sletterige meisje dat het zich een beetje laat aanleunen en als hij echt zo nodig wil dan gaat ze wel met hem naar bed en de slome vriend die er een beetje bijhangt en met zijn gedachten elders lijkt te zijn.
'Hij koketteert met zijn verlegenheid', zegt Mees over Boelie tegen Panda, 'Eén van zijn weinige charmes.'
Het boek eindigt met één van de geweldigste zinnen om een boek mee te eindigen:
'Een gevoel van geluk, zo hevig als hij het nog nooit had gekend, stroomde door hem heen en verzoende hem met bijna alles.'
Het is pas zomer als je Boelie, Mees en Panda door de stad hebt zien slenteren.